Inventaris opstellen
Op het einde van het jaar (ofwel voor de vennootschappen op het einde van elk boekjaar) dient er een inventaris (= stocklijst) opgemaakt te worden van de voorraad handelsgoederen. Het betreft hier om de aangekochte goederen die nog niet zijn verkocht. U kan immers de handelsgoederen die nog aanwezig zijn in uw onderneming niet aftrekken ook al heeft u ze reeds betaald. Dit kan pas op het moment waarop u die goederen verkoopt.
De voorraadwaardering gebeurt tegen de prijs exclusief BTW die u ervoor betaald heeft (= de aankoopprijs) ofwel de "marktprijs" indien deze lager zou zijn.
UITZONDERING: indien u niet BTW-plichtige bent dient u de waardering inclusief BTW te doen.
Bijvoorbeeld: Stel dat u een kledingwinkel runt en dat u op het einde van het jaar nog 10 broeken hebt liggen die u indertijd voor € 50/stuk aangekocht heeft. Ondertussen zijn deze broeken uit de mode en kunnen ze slechts verkocht worden aan € 25/stuk. U kan deze broeken dan opnemen in uw stocklijst tegen een waarde van 250 euro i.p.v. 500 euro.
Let wel op! De fiscus aanvaardt niet zomaar een willekeurige waardevermindering. U moet kunnen aantonen dat de lagere marktprijs realistisch is.
Bovendien is het absoluut noodzakelijk dat u een stocklijst opmaakt zoals dat blijkt uit een recent arrest: een onderneming kon tijdens een controle geen gedetailleerde stocklijst voorleggen. Het gevolg was dat de fiscus de omzet zelf berekende. Er was immers geen voorraad. Alles wat aangekocht was, werd verondersteld te zijn verkocht.
Een voorbeeld van zo'n stocklijst kan u hier alvast terugvinden.
Publicatiedatum: 1 september 2017